Hightech met een zachte G in Brainport

Paul van Nunen van Brainport Development.

De beginjaren ’90 zijn niet de meest florissante van Eindhoven. De fabrieken van Philips lopen leeg en gaan één voor één op slot. Even verderop leven duizenden DAF-medewerkers tussen hoop en vrees. Zand slipt in belangrijke motoren van de Eindhovense economie. De werkeloosheid in de regio neemt immense vormen aan: zestig- tot zeventigduizend mensen belanden op straat. Veelal techneuten. De pijn is voelbaar bij veel huishoudens. In de hele economie. Het kapitaal van de regio verdampt.

En toch …

Tekst Paul van Vugt
Beeld Scala Fotografie

Het ED schreef eens: ‘Het beste wat Eindhoven ooit is overkomen, is de komst én het vertrek van Philips’. De sluiting van de fabrieken was de opmaat voor een enorme veerkracht in de regio. Te laat voor de werklozen van toen, maar vandaag de dag plukken duizenden bedrijven er de vruchten van. De kiem? Die ligt in de eenvoudige, maar krachtige woorden ‘laten we het samen oplossen’.

Samenwerken in het regionale DNA
Deze wijze woorden markeren het ontstaan van de regio Brainport, zoals we die nu kennen. Om de kracht van die woorden én van Brainport als regio te duiden, bezoeken we Paul van Nunen, directeur van Brainport Development. Eindhovenaar, geboren in Duizel, en gepokt en gemazeld in de Haagse politiek. Hij zag met eigen ogen, als student, Eindhoven in de neergaande spiraal belanden. Nu staat hij bij Brainport Development aan het roer van een organisatie die een onmisbare hulpmotor is van onze robuuste economie. Onze florerende regio.

We spreken Paul in zijn open space kantoor op Strijp-T, tegen het spoor, nabij het vroegere Station Beukenlaan. Ooit was dit Philips’ verboden stad, later een vuige tippelzone, nu een unieke campus voor de hightech maakindustrie. De vlaggen, trots en hoog aan de mast, vertellen het moderne verhaal van deze regio: ‘Vol energie ondernemen’.

Paul is van de laatste generatie waarvan veel mensen uit je omgeving bij Philips werkten. “Ze gebruikten in die tijd het Philips-fonds om te studeren, gingen naar de Philips-winkel om voordelig hun scheerapparaat te kopen, naar de Philips Sport Vereniging om te sporten … In een klap droogde die hele maatschappij op. Dat is huge.”

‘De economische malaise was zo groot dat de overheid dit niet alleen kon oplossen. En ook het bedrijfsleven niet, laat staan het onderwijs. Ze hadden elkaar nodig.’

De triple helix
Dat besef was er ook bij de toenmalige Eindhovense burgemeester Rein Welschen, ondernemersvoorman Theo Hurks en Henk de Wilt van de TU/Eindhoven. Zij sloegen de handen ineen. Paul: “De economische malaise was zo groot dat de overheid dit niet alleen kon oplossen. En ook het bedrijfsleven niet, laat staan het onderwijs. Ze hadden elkaar nodig. Want werkgelegenheid staat natuurlijk niet op zich. Het is een onlosmakelijk onderdeel van het systeem dat maatschappij heet. Waar talenten worden opgeleid, waar bedrijven hen werkgelegenheid bieden en waar mensen prettig en veilig wonen.”

Hiermee was de triple helix – de samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs – en kennisinstellingen – geboren. Die samenwerking kreeg concreet vorm door het vaststellen van een gezamenlijke agenda om er als regio weer bovenop te komen. Om een dergelijke crisis te voorkomen in de toekomst. Want dit nooit meer. Als drie musketiers gingen de burgemeester, de voorzitter van de KVK en de voorzitter van de TU/e om tafel. Ze bogen zich over een stevig vraagstuk: hoe kunnen we uit de unieke kennisbasis die Philips achterlaat een nieuwe economie bouwen? Hierop werd enige jaren later ‘Brainport’ gebouwd.

Open innovatie als krachtbron
“Dat we er als regio in het nieuwe millennium bovenop zijn gekomen, is een understatement. Dat is te danken aan een scherpe focus op technologie, iets waarin we hier uitblinken, maar dan compleet anders georganiseerd dan in de jaren negentig. Er is gekozen voor open innovatie. Voor een horizontale aanpak, waarbij je de keten niet gesloten houdt, maar bouwt op de kennis en kunde van bedrijven om je heen.”

“Neem bijvoorbeeld de High Tech Campus en het Natlab, twee toonbeelden van technologische ontwikkeling. Als jonge Eindhovenaar fietste ik er dagelijks voorbij, maar veel meer dan de gesloten hekken zag je niet. Geen idee wat daarachter gebeurde. Iets ingewikkelds, iets met natuurkunde en innovatie … Daar hield het wel bij op. Nu staan de hekken open, of zijn ze zelfs weg. In Brainport gebeurt innovatie niet meer in één verticale, gesloten bedrijfskolom van één bedrijf. We doen het vanuit een breed speelveld met allemaal verschillende partijen.In onze smartphone zit met de chips van ASML een stukje Brainport. Maar ook een stukje Bergeijk, waar een MKB’er uit de keten van ASML zit.”

Innoveren en maken
“De machines die we hier maken, zijn het resultaat van 5, 10, soms wel 100 partijen. Dat is onze slimme manier van concurreren op het wereldpodium. In Amerika is het kapitaal gigantisch veel groter dan hier. In onze regio vliegen de miljarden niet rond, dus moet je het samen doen. Dan kom je ergens. Je moet je kennis vermenigvuldigen door het te delen. Met bedrijven uit de regio, maar vaak ook ver daarbuiten.”

“Om die reden praat ik liever niet in termen van ‘wij van Brainport’. We moeten niet door een rietje naar onze eigen regio kijken. Onze regio is zo groot als de wereld is. In Helmond wordt nu bijvoorbeeld hard aan gewerkt aan de batterij van de toekomst. Maar je moet niet de illusie hebben dat dit product straks volledig uit onze regio komt. Hiervoor hebben we bedrijven nodig uit Twente, Duitsland en noem maar op …

‘Eén engineer levert zo’n drie tot vier nieuwe banen op. Engineers zijn het vliegwiel van onze samenleving.’

Wat onze regio uniek maakt, naast de open innovatie, is dat innovatie samengaat met de maakindustrie. Uit Brainport komen niet alleen ideeën, kennis en concepten, maar ook de machines zelf. Daardoor genereren we werk voor iedereen. Heel belangrijk, want 70% is hier mbo-opgeleid. Het concept Brainport is er dus voor de hele maatschappij. Voor de doeners en de denkers.”

“Je moet nagaan dat één engineer drie tot vier nieuwe banen oplevert. Engineers zijn een vliegwiel van onze samenleving, die indirect weer nieuwe werkgelegenheid opleveren, van bakkers tot bloemisten. Want door de machines te exporteren, maken we de koek groter voor heel de regio. Die bedrijvigheid gaat gepaard met weer nieuwe ideeën en business.”

Een aangename woonomgeving

“Weet je,” vervolgt Paul, “uiteindelijk gaat het niet zozeer om nog meer machines maken. Die dynamische economie is nodig om dit een fijne plek te houden waar we allemaal kunnen wonen en waar iedereen kan meedoen. Voor zo’n fijne plek is veel nodig: gezondheidszorg, groen, maar ook een baan zodat je je huur, hypotheek en de sportclub van je kinderen kunt betalen. Om dit hele systeem draaiende te houden, investeren we bij Brainport niet alleen in onze kernkwaliteit technologie, maar ook in de pijlers onderwijs en wonen & werken.”

“Dit hele systeem hangt met elkaar samen. Men kan niet zonder elkaar. Technologie kan niet zonder personeel, personeel kan niet zonder een gezonde leefomgeving. En die maatschappij kan dan weer niet zonder technologie. Op elk vlak van het bord schaken we mee. Door gericht te investeren en de juiste partijen te verbinden die iets aan elkaar hebben. Mierennestjes bouwen, noemen we dat hier.

‘In Brainport wordt gebouwd aan transities. Aan producten waar de wereld op zit te wachten. Dat maakt onze positie ijzersterk.’

Mierennestjes voor vroege innovatie
“Die mierennestjes zijn extra belangrijk voor innovatieve hightech. Het gaat vaak om trajecten van de lange adem, terwijl je niet eens weet of het uiteindelijk iets gaat opbrengen. Waterstoftechnologie is zo’n vraagstuk. In het zeer prille beginstadium van zo’n innovatie kan geen enkele partij dit vraagstuk behappen. Het is te abstract en risicovol voor één enkel bedrijf. Wij brengen partijen samen en voorzien ze van middelen, zodat de innovaties van de grond komen.”

Die noodzaak om te innoveren is er zeker, want in Brainport wordt gebouwd aan transities. Aan producten waar de wereld op zit te wachten. “Dat maakt onze positie ijzersterk”, volgens Paul. “Een gezonde economie hangt samen met de maatschappelijke verschuivingen die er plaatsvinden. Kijk naar corona. Bij de eerste lockdown viel alles stil. Behalve hier in Brainport. Wij waren het kleine stipje op de kaart waar de ontwikkeling wél doorging. Puur omdat de grote vraagstukken in de wereld vragen om digitalisering, techniek en elektrificatie. Die vraag ernaar zal alleen maar stijgen. Dat maakt onze economie heel robuust. Als we dat aan de gang houden, profiteren daar uiteindelijk alle restaurants en winkels van mee.”

De zinvolle business en aandacht voor de maatschappij maken Brainport tot een sterk merk wereldwijd, volgens Paul. “We staan goed op de kaart. Brainport wekt veel interesse van buitenlandse werknemers die hier naar banen zoeken.Zij ervaren dat het hier goed wonen is. Het is groen, prettig, vriendelijk. Kinderen kunnen veilig naar school. Het is hier geen San Diego waar je ’s avonds niet na achten over straat durft. Dat is een aantrekkingskracht. En waardevol om technisch, internationaal talent voor ons te winnen. Want het vinden van de juiste mensen is toch wel dé uitdaging van deze tijd. Dat is één van de redenen dat we de naam Brainport stevig vermarkten. Bijvoorbeeld via het shirt van PSV, zodat we wereldwijd zichtbaar zijn. Iedereen moet weten dat wij het snappen. Dat wij bouwen aan economie die niet vervuilt, maar de wereld juist dient in de belangrijke transities.”

“Ik zou dit werk niet kunnen doen als ons economische concept was dat we voor lage lonen knuffelbeertjes in elkaar zouden zetten. Niks tegen knuffelbeertjes, maar daar kom ik mijn bed niet voor uit. In Brainport gaat het over duurzaamheid en inclusiviteit, en daarmee onderscheiden we ons sterk van ander slimme regio’s, zoals Silicon Valley. Dat is extreem kapitalistisch. Word je daar aan de aan de verkeerde kant van het spoor geboren wordt, dan heb je een groot probleem. Dat is niet wat wij hier willen. Wij staan voor hightech met een zachte G. Een regio die drijft op techniek, maar waar we verantwoordelijk zijn voor de samenleving. Dat is de basis van alles wat doen. Als mensen geen baan of zingeving hebben, dan kun je de rest wel vergeten.”

Impact op de lange termijn
In het organiseren van zo’n duurzaam leefbare maatschappij staat Brainport voor grote uitdagingen. Naast het aantrekken van schaars talent staat de woningbouw hoog op de agenda. De zorg dat er voldoende huisvesting is. Dat dit niet van vandaag op morgen is opgelost, is Paul gewend: “Alles wat we doen bij Brainport Development gaat over de lange termijn. Dat maakt het soms wat abstract voor de buitenstaander. Als je de impact wilt zien, moet je de grote lijnen zien in de regio. Je moet de veranderingen over de jaren heen bekijken. Dat geldt voor technische innovaties die pas over 10 jaar op markt zijn, en ook voor de maatschappelijke ontwikkelingen.”

‘Over 15 jaar zeggen we: het is ons gewoon gelukt. Dan hebben we in de regio steden en dorpen met veel woningbouw, groen en water.’

“Zo zal het dus ook gaan in de woningbouw, waar de opgaven gigantisch zijn. Maar als ik naar de plannen en financieringen kijk, weet ik zeker dat we over 15 jaar zeggen: het is ons gewoon gelukt. Dan hebben we in de regio steden en dorpen met veel woningbouw, groen en water. Met huizen binnen elk segment, zodat je niet een paar keer modaal moet verdienen om überhaupt in Brainport te kunnen wonen. Is alles dan precies zoals jij of ik zou willen? Nee, maar we hebben het samen weer prachtig opgelost. Precies zoals we in de jaren negentig voor ogen hadden.”

“Stel je bent een van die ontslagen uit die tijd en je komt nu voor het eerst weer eens in Eindhoven. Je ziet al die bedrijven, de vergroening in de stad en al die mensen met een lunchtrommel achter op de fiets … dan zou je je ogen toch niet geloven?”

Zoeken
Druk op enter om te zoeken of ESC om te sluiten