Wind tegen: Marc Koppen over Alphons Janssen
- 6 min leestijd
Ondernemen is als fietsen. Heerlijk met de wind mee, maar stoempen met wind tegen. Marc Koppen, grafisch ontwerper en mede-oprichter van Scherpontwerp, vertelt over het afscheid van compagnon en vriend Alphons Janssen en de liquidatie van hun bureau.
Tekst: Henk van Straten
Beeld: Mirella Sleenhoff
Ze zaten samen op de kunstacademie in Den Bosch, Marc Koppen en de oprichter van dit magazine, David van Iersel. Het voelde als vanzelfsprekend dat ze ook na die opleiding met elkaar zouden blijven samenwerken. Dat gebeurde ook. Ze richtten Scherpontwerp op. Al snel was hun ontwerpbureau een gevestigde naam. Mooie klussen, meer personeel. Zijn vrije tijd stak Marc voornamelijk in de rockband waarvan hij de drummer was (en is), Stuurbaard Bakkebaard. Geen vuiltje aan de lucht. Never change a winning team, zou je zeggen. “Het kwam niet eens in me op dat David en ik ooit níét zouden samenwerken”, vertelt hij op het terras van De Bommel, drinkend van een biertje, zijn vriendelijke ogen zoals altijd voorzien van die kenmerkende, grote bril.
“Het was een totale vanzelfsprekendheid dat hij en ik altijd alles samendeden. Davids ambitie, ondertussen, verschoof gaandeweg naar de oprichting van een eigen uitgeverij, De Boekenmakers. “Ik merkte dat wel, maar negeerde het ook.” Tot er dan toch een gesprek volgde waarin een en ander werd uitgesproken. David wilde vol voor zijn uitgeverij gaan en uit Scherpontwerp stappen. “Ik snapte dat wel, maar we hadden het superdruk. En inmiddels ook personeel en een vaste, duidelijke taakverdeling. David was veel beter in het netwerken dan ik, veel beter in die sociale kant van verschillende samenwerkingen. Ik wilde niet alles in m’n eentje hoeven doen.”
Daar had David al over nagedacht. Recentelijk had hij veel van doen gehad met Alphons Janssen, een reclameman die sinds de verkoop van zijn aandelen in Communicatiebureau Frontaal – waarvan hij ook medeoprichter was – vermogend genoeg was geweest om een tijdje geen echt grote, nieuwe projecten te beginnen. Kortstondig was hij een zakenpartner in de horeca, maar dat bleek hem uiteindelijk toch niet te liggen. Alphons leek de perfecte kandidaat in Davids ogen. Bovendien had Alphons aangegeven wel iets in Scherpontwerp te zien.
‘Alphons was zo iemand die niemand tot last wil zijn, ik accepteerde dat niet’
“Ik kende Alphons toen niet eens”, vertelt Marc. “Alleen van naam en gezicht. Dat ik akkoord ging, is achteraf gezien eigenlijk heel vreemd. Ik ging blind in zee met iemand die ik niet kende en gaf hem de helft van het bedrijf. Je bent gek, zei mijn vader in die tijd eens. Maar ik wilde er gewoon vanaf zijn. Het was mijn manier om ermee om te gaan. Ik zei tegen David: je regelt het maar, als ik er maar geen extra tijd en energie aan kwijt ben. Het was struisvogelpolitiek.” Lachend voegt hij daaraan toe: “Het had héél anders kunnen aflopen.”
Marc en Alphons hadden meteen een klik. “De eerste indruk die veel mensen van hem hebben, is verwaand, onvriendelijk, maar dat was ook zijn manier om zijn kwetsbaarheid mee te verhullen, denk ik. Ik mocht hem meteen.” Andersom was dat net zo. In een interview met het Eindhovens Dagblad zei Alphons over hun ontmoeting: “Binnen tien minuten wist ik – en dat is ongelogen – dit is de aardigste en de beste man waar ik ooit mee heb gewerkt.”
Alphons bracht nieuwe inzichten met zich mee, nieuwe expertise, nieuwe ideeën. Ook zakelijk gezien legde de samenwerking hen bepaald geen windeieren. Onder andere waren ze intensief betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe Eindhoven-logo. Er werd een dependance van Scherpontwerp in Amsterdam geopend. “De bedoeling was dat vooral ik daar de boel ging draaien. Mijn gezin en ik hadden al serieuze plannen om te gaan verhuizen, want ik was er toch al hartstikke vaak.” De volgende stap was een dependance in Berlijn.
‘Alphons ging pas naar de dokter toen hij al heel lang met pijn had rondgelopen. Ergens wist hij dat er iets ernstig mis was.’
En toen kwam het nieuws dat alles zou veranderen.
Alphons bleek ziek. “Hij ging pas naar de dokter toen hij al heel lang met pijn had rondgelopen en ergens wel wist dat er iets ernstig mis was. Hij heeft lang gedaan alsof er niets aan de hand was. Ik ben recentelijk nog mails uit die tijd aan teruglezen. Had ik het kunnen merken? Had ik het moeten weten? Maar nee, onze correspondentie was niet anders dan gebruikelijk. Hij is heel stoïcijns op dezelfde manier doorgegaan. Pas toen zijn huid gelig werd, hebben we erop aangedrongen dat hij naar het ziekenhuis ging.”
Vier dagen later was de aftakeling was duidelijk te zien. Alphons, inmiddels met gemillimeterd wit haar, trok zich steeds meer terug. Marc besefte toen dat zijn nieuwe partner in zekere zin al die tijd al een vrij teruggetrokken man was geweest. “Ik kwam zelden bij hem thuis. Hij was altijd degene die bij anderen op bezoek kwam, of naar de kroeg kwam. Maar hij wilde zich kunnen terugtrekken en alleen zijn.”
Dat Scherpontwerp het zonder Alphons zou moeten stellen, was inmiddels pijnlijk duidelijk geworden. De twee partners besloten de boel te ontmantelen. Tot in de kleinste details werd alles zakelijk afgetikt en geregeld. De dependance in Amsterdam werd opgeheven en de plannen voor Berlijn gingen op in rook. Alles werd uitgesproken. Alles was – een vreemd woord om in deze context te gebruiken – goed.
Maar die neiging van Alphons, om zich terug te trekken, zich af te zonderen, kreeg in deze nieuwe situatie een heel andere lading. Nu de zakelijke afspraken er niet meer waren, en hij zelfs zijn socialmedia-accounts had opgeheven, dreigde eenzaamheid. Naar de kroeg ging hij ook liever niet meer. “Alphons was zo iemand die niemand tot last wil zijn. Ik accepteerde dat niet. Ik zei: je komt iedere dag bij ons eten. In die periode gaf hij medicijnen een kans, in de hoop langer te kunnen leven. Je moet goed eten, zei ik. In eerste instantie wilde hij niet. Ik moest hem op het hart drukken dat er niets van hem werd verwacht. Hij mocht komen, aanschuiven en weer vertrekken. We hoefden niks te zeggen. Hij kon meteen weer naar huis. Als hij maar kwam eten. Pas toen mijn vrouw en ik hem daarvan hadden overtuigd, stemde hij er aarzelend mee in.”
‘Ik ging blind in zee met iemand die ik niet kende en gaf hem de helft van het bedrijf’
Het werd een lange reeks avonden bij Marc thuis. Soms was Alphons te zwak voor lange gesprekken en was hij meteen weer weg, maar meestal werd er gepraat. “Vier maanden lang hebben we elkaar bijna iedere avond gezien. Gegeten, eindeloos gepraat. Dat is enorm waardevol geweest. We konden alles bij elkaar kwijt. Maar ook de momenten alleen thuis waren voor hem belangrijk. Hij had dat echt nodig, in z’n eentje muziek draaien en boeken lezen. Daarom wilde hij ook geen bezoek thuis, niemand die voor hem kwam koken of poetsen. Behalve zijn kinderen natuurlijk.” Het was ook bij Marc thuis dat Alphons de videoboodschappen opnam die hij maakte voor zijn kinderen. Voor de begrafenis. “Dat we dat allemaal hebben kunnen doen, is een groot geluk. Het afscheid kon eigenlijk niet beter. Maar het was ook zwaar.” Prognose dat Alphons nog een paar maanden te gaan had. Hij had een tumor in zijn dikke darm en die was uitgezaaid. Daarna ging het snel.
Die periode was zelfs zo zwaar en intens dat Marc en zijn vrouw besloten om te verhuizen. “Ons huis was enorm verbonden geraakt met het verlies van Alphons en al die gesprekken daar. Ik kreeg de kans om ergens anders te gaan wonen en die heb ik genomen. Een frisse start.” Na de dood van Alphons, op 8 augustus 2020, was er geen Scherpontwerp meer. Er was nu de eenpersoonsfirma Marc Koppen. Wat hij helemaal geen probleem vond. “Ik laat het gebeuren zoals het gebeurt. Amsterdam was leuk, maar dat was met Alphons. Nu heeft mijn leven deze wending genomen en doe ik het hiermee.”
Hij heeft werk genoeg. Inmiddels heeft hij toch maar weer een kantoor studio opgezet en ook weer wat voormalige werknemers in dienst genomen. “Trouwens, Alphons heeft me nog geholpen met een plan, zakelijk gezien, voor wanneer hij er niet meer was. Dat zegt ook veel over hoe hij was.” Er is dus nog steeds geen vuiltje aan de lucht. Alleen het gemis van een dierbare vriend. Hun samenwerking, die ooit zo onbezonnen tot stand kwam, omschrijft Marc nu als ‘de beste beslissing ooit.’