Avular: de kraamkamer van de nieuwe generatie robots
- 7 min leestijd
In de jaren ’70 solliciteren de eerste robots op de arbeidsmarkt. Robuuste kraanarmen worden aangenomen om zwaar en repeterend werk over te nemen van de mens. Ze pakken hun rol met verve, maar de werkvloer vult zich ook met argwaan. Met de zorg dat deze ijzersterke armen ons vlees en bloed overbodig maken. Zo’n vaart liep het niet. Integendeel: robots boosten de productiviteit en economische groei. En zo zal het ook zijn met de nieuwe generatie robots, volgens Albert Maas van Avular. Sterker nog: “Robotica is broodnodig om het nijpende personeelstekort op te lossen. Op elk terrein. Van horeca en schoonmaak tot de medische wereld. Bijvoorbeeld om zorgmedewerkers een helpende hand te bieden en zo hun werkdruk te verlagen.”
Tekst: Paul van Vugt
Fotografie: Eddie Mol
Albert verwelkomt ons in het nieuwe onderkomen van Avular. De gerenoveerde glaskathedraal op Strijp-T, waar vroeger Philips-medewerkers glas bliezen voor gloeilampen. GEVA Vastgoed renoveerde de markante buitengevel en bouwde mee aan de realisatie van ‘s werelds grootste testruimte voor drones. De gelaagde indeling en stijlvolle inrichting van het pand nam Albert zelf op zich. Enerzijds uit liefhebberij, anderzijds om de kosten te drukken. En ja, dat is nodig. Want met dit pand neemt Avular een voorschot op de toekomst. Een toekomst waarin vliegende en rijdende robots net zo vanzelfsprekend zijn als onze smartphone nu is.
Albert: “We vinden het belangrijk dat we dit gebouw nieuw leven hebben ingeblazen. Voor onze eigen business natuurlijk, maar ook doordat we een gebouw teruggeven dat hoort bij de geschiedenis van deze regio. Iedereen mag zien wat voor vette dingen hier nu gebeuren. Namelijk het vormgeven van de toekomstige robotica. Dit is voor ons de ultieme plek om door te groeien. Een omgeving waar onze grote ambities de ruimte krijgen. Die ruimte hebben we hard nodig, want de VS en China lopen toch wat voor in ons vakgebied. Forse investeringen zijn nodig, en dat geld rolt hier in Europa niet bepaald vanzelf.”
Robotica hot en hip maken
Een van de grote uitdagingen die Albert schetst, is het matte imago van onze sector. “In Europa is Robotica niet bepaald een hippe sector. Terwijl het toch echt híer gaat gebeuren de komende decennia. Robots zijn de verschilmakers voor het arbeidstekort, dat alleen maar erger wordt. We hebben alles in huis om het waar te maken. Van mechatronische kennis en AI tot kapitaalkracht. Toch mag er in Europa nog wat meer lef getoond worden om te investeren ten opzichte van VS en China. De urgentie wordt te weinig gezien.”
“Ik vergelijk robotica wel eens met de automotive-industrie 15 jaar geleden. Toen was het de vraag of elektrische auto’s de toekomst zouden worden. Elon Musk nam het voortouw en zei: ‘ik ga bewijzen dat dit een succes wordt, waarna de hele wereld achter hem aanliep. In Europa missen we de daadkracht van Musk. Daardoor blijft durfkapitaal achter. Er is een enorme vraag naar Europese bedrijven en financierders die meestrijden voor de roboticatoekomst in ons continent. Miljarden zijn nodig zijn om het van de grond te trekken. Er is nog een lange weg te gaan, maar we zien hier gelukkig wel verandering in komen. Steeds meer kapitaalkrachtige partijen durven een langetermijninvestering aan te gaan.”
Sociale acceptatie
Albert ziet naast het gebrek aan lef nog een uitdaging. Namelijk de acceptatie dat we straks samenwerken met robots. Bedrijven en mensen moeten inzien dat robots onze welvaart veel gaan brengen. Net zoals internet dat heeft gedaan. Het gebrek aan sociale acceptatie voor robots is wel te verklaren. Albert: “Robotbouwers zijn techneuten. Technische denkers. Maar als je wilt dat robots met mensen gaan samenwerken, moet je andere sectoren betrekken. Specialisten die ons op pijnpunten wijzen in de praktijk. Die ons laten inzien hoe robots met succes collega’s van ons worden. Hoe ze ons aanvullen, net zoals de smartphone en laptop nu een verlengstuk van ons zijn. Robots zijn dat straks ook. Op diezelfde massale schaal. Gelukkig weten we al veel frontrunners uit verschillende branches te vinden en belooft dit veel goeds voor de toekomst. Ook hier zien we nog potentie. Naast de kapitaalkrachtigen kunnen ook innovators uit specifieke sectoren het verschil maken als ze van begaande paden af durven te stappen. Samen kunnen we dit waarmaken.”
“Pionieren betekent dat je mensen moet meenemen in een toekomstbeeld. Dat vraagt om verbeeldingskracht.”
“In sommige industrieën zie je ons voorland. Bijvoorbeeld in de logistiek, waarin Amazon volop heeft geïnvesteerd. Hier startten robots lang geleden met producthandling in het magazijn om pakketten in de juiste rekken te zetten. Nu worden zelfs producten verpakt en containers uitgeladen met robots. Elk facet in die keten is geautomatiseerd. Zij verleggen de normen en zijn een voorbeeld voor andere sectoren. Maar dat is eenvoudiger gezegd dan gedaan.”
“Pionieren betekent dat je mensen moet meenemen in een toekomstbeeld. In iets dat nog niet echt bestaat voor hun sector. Dat vraagt om verbeeldingskracht, zodat financierders en bedrijven de lijnen van de toekomst helder voor zich zien. Gelukkig zijn we daarin sterk als regio. Neem bijvoorbeeld de Design Academy die de brug slaat tussen productdesign en techniek. En wat de techniek zelf betreft, hoeven we ons ook geen zorgen te maken. Wij kunnen inmiddels even voordelig produceren als in Azië, maar dan met een veel betere kwaliteit. De combinatie techniek, kennis en design die we alleen al in de Brainport hebben, is goud waard.”
Ruimte om talent te ontwikkelen
Naast de gouden driehoek techniek, kennis en design is een vruchtbare grond onmisbaar voor innovatief vermogen. Een plek waar talenten zich ontwikkelen. Waar ze de vrijheid krijgen om te experimenteren. Waar ze aan hun ambities kunnen schaven. Voor Albert lag deze, voor hij neerstreek in de voedingsrijke bodem van Strijp-T, in het dorpje Breskens, Zeeuws-Vlaanderen.
“Altijd voelde ik de drive om iets tofs neer te zetten. Ik wilde inspireren. De grijze massa openbreken.”
“Ik leefde het buitenleven, omringd door een familie van makers. Mijn vader vervaardigde zeilen en een groot deel van de familie was kunstzinnig. Ook mijn handen jeukten om te bouwen. Ik koos voor mbo metaaltechniek, maar had meer in mijn mars. Ik tuigde projecten op, bouwde een robot voor het destijds befaamde programma Battlebots. Altijd voelde ik de drive om iets tofs neer te zetten. Ik wilde inspireren. De grijze massa openbreken. Die ambitie leidde me uiteindelijk naar de TU/e.”
“Via hoogleraar Maarten Steinbuch zette ik een TU-raceteam op en zag ik veel gave ontwikkelingen om me heen. In de elektrotechniek, de software, de werktuigbouwkunde … Op elk vlak gebeurde fantastische dingen. Maar ik zag ook dat alles redelijk versnipperd was. Het waren afzonderlijke tunnels, met weinig ruimte om het samen te brengen. Ik wilde die werelden verenigen. Want ik ben ervan overtuigd dat bijvoorbeeld een wiskundige heel goed een werktuigbouwkundige kan helpen. En vice versa.”
“Als grote inspiratiebron keek ik altijd naar de entourage rondom een Formule1-auto. Daar werkt één team zó gepassioneerd en met een laserfocus aan hetzelfde doel. Het was mijn drijfveer om dat voor elkaar te krijgen met ons studententeam. Ons project was een 100% elektrische raceauto die supersnel laadt. Een aansprekend uithangbord dat zo tastbaar is, dat het de hele maatschappij kan inspireren. Er bleek één minpunt: een echte raceauto vergt gigantisch veel kapitaal. En dat is toch lastig als je, zoals ik, een praktisch dromer bent.”
“Ik denk in vette dingen, maar wil ze toch vooral daadwerkelijk realiseren. Die dadendrang bracht me naar de robotica, met de oprichting van Avular. Robotica is een blue ocean waar veel te bereiken is. Met winst voor de hele maatschappij. Beseffend dat dit een lange adem vergt. Evenals een uitgebalanceerd team om te concurreren met Chinese en Amerikaanse roboticagiganten, zoals DJI.”
Veiligheid en innovatie
“Het Chinese DJI is al jarenlang heer en meester in de dronewereld. Toch zien we een trend van stijgende vraag naar Europese drones. Vanuit veiligheidsoverwegingen kiezen bijvoorbeeld overheidsinstanties liever voor Europese dan Chinese drones. Het waarborgen van dataprivacy speelt hierbij een belangrijke rol. Daarom kiezen wij er bewust voor om de hard- en software in eigen huis te ontwikkelen, waardoor wij dit kunnen garanderen. Zowel voor onze vliegende als rijdende robotica.”
“Al onze robots rusten we uit met een autonomiekit. Dankzij deze kit snapt het voertuig de ruimte waarin hij is, vertoont hij hierin het juiste gedrag en kan hij autonoom zijn werk doen. Dat stukje autonomie maakt ons product uniek en inzetbaar voor veel productmarktcombinaties. Voor elk denkbaar werkveld waar arbeidskrachten schaars zijn. Deze productmarktcombinatie kan zeer succesvol worden als de kostprijs van de robot en de taken die hij uitvoert, opwegen tegen het werk dat uit handen genomen wordt.”
“Een schoonmaakrobot die niet alleen de vloer, maar ook het toilet schoonmaakt. Of een bouwrobot die gaten boort, maar ook een muur kan stuken. Deze veelzijdigheid maakt robotica schaalbaar en betaalbaar.”
“Een van de technische uitdagingen bij onze complexe robotica is het gebruik van large langues models, zoals Open Ai (Chat GPT). Deze modellen gebruiken enorm veel rekenkracht die nu nog betaald wordt door de Microsofts en Googles van deze wereld. Maar op een gegeven moment krijgen we de rekening gepresenteerd. Om onze robots betaalbaar te maken, in combinatie met de complexe opdrachten die we ze laten oplossen, creëren wij robots die autonoom slimme dingen doen, met veel minder rekenkracht. Op die manier houden we dit cruciale onderdeel lokaal, en dus kostenefficiënt. Dat is onze strategie om straks de Europese massamarkten op te gaan. Gekoppeld aan een heilig geloof in de toekomst van multipurpose robots. Bijvoorbeeld een schoonmaakrobot die niet alleen de vloer, maar ook het toilet schoonmaakt. Of een bouwrobot die gaten boort, maar ook een muur kan stuken. Dergelijke combinaties maken robotica schaalbaar en betaalbaar.”
Techniek en design
De techniek voor deze nieuwe generatie robots is er. En dat geldt ook voor de urgentie op de arbeidsmarkt. Daarnaast stipt Albert nog een harde voorwaarde aan voor het welslagen van robotica: aantrekkingskracht. Design dat kleur geeft aan de technische wereld. Een sexy uitstraling.
“Deze ambitie komt een beetje voort uit mijn persoonlijke achtergrond. Mijn opvoeding in een kunstzinnige familie. Los daarvan ben ik ervan overtuigd dat de factor design een gamechanger is voor robotica. Te beginnen bij een creatieve werkplek waar je gewoon wilt zijn, net zoals onze nieuwe stek. Hier zitten de talenten en techneuten die onze toekomst bepalen. Een toffe omgeving is daarom key. Het moet voelen alsof je het hoofdfiliaal van Nike binnenloopt. En dat geldt ook voor onze producten: die moeten straks gewoon mooi en fijn zijn om mee te werken. Want als techniek en design hand in hand gaan, dan ligt de wereld aan je voeten. Net als bij Apple en Tesla, waar alles samenkomt in hun producten. Omdat het technisch top werkt. Omdat je ermee gezien wilt worden. En omdat we straks simpelweg niet meer zonder kunnen in ons leven.”