Gloeilamp legt oerbasis voor de Brainport

Veel ondernemers weten: Brainport en de regio Eindhoven inspireren. Ze prikkelen de verbeelding en brengen mooie kansen. Waar komt die vruchtbare Eindhovense bodem eigenlijk vandaan? De komende uitgaven duiken we in de geschiedenis van de regio. We nemen een kijkje bij de ‘oer’-ondernemers’ van toen. Hoe brachten zij het ervan af, en wat kunnen wij ondernemers nu, een tijdperk later, nog van hen leren?

Tekst: Ronald Frencken
Beeld: Koninklijke Philips/Philips company archives

In deze aflevering gaan wij terug naar de beginjaren van Philips. Dat doen we met conservator en Philips-kenner Sergio Derks van het Philips Museum. Sergio serveert smakelijke anekdotes over Anton en Gerard Philips en hun vader Frederik, hoe hun ondernemersinstinct de basis legde voor het ontstaan van Brainport, en hoe watt’s de regio kracht en energie brachten.

‘In de beginjaren, nog voordat het fabriekje aan de Emmasingel 1891 werd gekocht – wat voordien dienstdeed als spijkerfabriek en later als textielfabriek – was Gerard helemaal niet bezig met gloeilampen. Als afgestudeerd werktuigbouwkundig ingenieur werd hij voor zijn baas uitgezonden naar het Schotse Glasgow. Daar, rondkijkend op de scheepswerven, zag hij de mogelijkheden van elektrisch licht. Schepen beschikten daar in die jaren al over, om af te zijn van het gevaar van open vlammen van bijvoorbeeld kaarsen of olielampen. Het zette Gerard op het spoor van gloeilampen waarvoor, mits goed aan de man gebracht, veel animo zou zijn, zo bedacht hij met vooruitziende blik.’

Sta open voor welgemeende raad

‘Nadat Gerard zijn plannen voor het opzetten van een gloeilampenfabriek had besproken met zijn vader Frederik, een succesvolle ondernemer uit Zaltbommel én Gerards geldschieter, kochten zij grond in Breda. Dáár moest de gloeilampenfabriek komen, zo werd besloten. Totdat een neef hen attendeerde op een kant-en-klare, leegstaande fabriek aan de Eindhovense Emmasingel. Een buitenkansje! Het had al een stoommachine, een voorwaarde om elektriciteit te kunnen maken. Daar kwam bij dat het dicht bij het station lag, wat de logistiek vergemakkelijkte. Nog een groot voordeel was dat er in de regio Eindhoven volop goedkope arbeidskrachten te vinden waren die al min of meer ervaring hadden met fabrieksarbeid. Al met al genoeg reden om het fabriekje voor 12.150 gulden te kopen.’

Wees geduldig (als het even niet lukt), of: hou ’t in de familie

‘Gerard had bijna alles in zich. Hij was een goed ondernemer, begaafd wetenschapper, technicus en productieleider. Maar één ding had hij niet: commerciële kwaliteiten. De eerste jaren liep het dan ook niet zo lekker. Kwam bij dat de vertegenwoordiger die Gerard en zijn vader voor de verkoop hadden ingehuurd het bijltje er al snel bij neergooide; zul je nét zien. Het idee om in 1895 Anton als verkoper bij de zaak te betrekken te halen, pakte goed uit. Anton was Gerards jongere broer, de braniemaker van de familie die op dat moment furore maakte aan de Londense effectenbeurs. Hij bleek de gedroomde handelsman die talloze orders binnenbracht en die aan de basis stond van Philips’ internationale groei.’

‘Uiteindelijk voorkwam Antons avontuur dat de gloeilampenfabriek ten onder ging. Het bracht ook het besef dat Philips een eigen onderzoekscentrum moest hebben, met eigen uitvindingen en patenten.’

Blijf geïnformeerd (en neem desnoods de boot)

‘Verontrustend nieuws kwam er rond 1911 uit Amerika, waar gloeilampenbedrijf General Electric een gloeidraad van getrokken wolfraamdraad aankondigde. Daardoor zouden gloeilampen niet alleen veel feller schijnen, maar ook nog eens 75 procent minder energie verbruiken. Een baanbrekende innovatie, en meegaan met deze ontwikkeling was een voorwaarde voor de toekomst. Het zette Anton, de praktische durfal van de familie, ertoe aan om de boot naar Amerika te nemen, om daar te proberen de nieuwe techniek beschikbaar te krijgen. Met succes – en wie had dat gedacht, want een echt plan van aanpak had hij niet. Uiteindelijk voorkwam Antons avontuur dat de gloeilampenfabriek ten onder ging. Het bracht ook het besef dat Philips een eigen onderzoekscentrum moest hebben, met eigen uitvindingen en patenten. Dat kwam er in 1914 met het Philips NatLab, het huidige Philips Research.’

Vertrouw op je kunnen

‘Anton ging in 1911 in Amerika op zoek naar het gewilde getrokken wolfraamdraad. Daar – omdat het lot hem had geholpen, zoals hij later zal zeggen – ontmoet hij tijdens een diner een fabrikant van de wolfraammachines. Deze blijkt niet gevoelig voor de prijs die Anton hem voor de machine biedt, maar wél voor zijn voorkomen; hij nodigt Anton uit om bij hem thuis te komen eten. Tijdens het diner gebruikt Anton al zijn charmes om de Franstalige vrouw van de fabrikant in zijn beste Frans voor zich te winnen. Dat lukt wonderwel en, oh la la, de fabrikant verkoopt hem alsnog de machine. Vanwege de prijs die Anton ervoor betaalt, maar vooral om van diens gezeur af te zijn, zo luidt het verhaal. Uiteindelijk blijft Philips niet achter op de concurrentie, en gaat al in 1912 met de nieuwe gloeilamp de markt op.’

‘Tijdens het diner gebruikt Anton al zijn charmes om de Franstalige vrouw van de fabrikant in zijn beste Frans voor zich te winnen. Dat lukt wonderwel en, oh la la, de fabrikant verkoopt hem alsnog de machine.’

Put your pokerface on!

In het begin van de vorige eeuw was kartelvorming heel normaal. Dus gingen Gerard en Anton in 1903 onderhandelingen aan voor deelname aan een Duits gloeilampenkartel met marktleiders AEG en Siemens & Halske. Maar tijdens een vooroverleg eiste AEG-topman Rathenau dat Philips de export naar Duitsland zou staken. Zo niet, dan zou hij zijn vestigingen een telegram sturen met de opdracht om alle prijzen met tien procent te verlagen, Gerard en Anton zo een uitputtende prijzenoorlog in het vooruitzicht stellend. Maar het regelrechte dreigement miste zijn uitwerking. “Neemt u mij niet kwalijk”, zei Anton tegen de topman, “maar u vist met uw telegram achter het net. Ik heb vanochtend aan al onze vertegenwoordigers doorgegeven dat vanaf heden twaalf uur als verkoopprijs geldt: de AEG-prijzen minus tien procent.” Antons blufpoker droeg eraan bij dat in 1903 bij het kartel werd aangesloten.’

Bedrijfsmatig én sociaal: bovenste beste combi

‘Van wie Anton en Gerard dat sociale hadden? Misschien zat het in de familiegenen; hun vader Frederik was immers een volle neef van de filosoof, socialist en communist Karl Marx. Wie zal het zeggen? Feit is wel dat er al vroeg sociale voorzieningen voor medewerkers kwamen: uitbetaling bij ziekte, een pensioenregeling en een studiefonds voor kinderen van medewerkers. In 1932 startten Anton en de Medische Dienst een programma om alle medewerkers vroegtijdig, nog voordat van uitwendige symptomen sprake was, met eigen röntgenapparaten door te lichten op tuberculose, waaraan toen nog veel mensen stierven. Een jaar later werden ook alle familieleden doorgelicht – en daarna zelfs alle inwoners van Eindhoven. Mét resultaat: Eindhoven scoorde tweederde minder sterfgevallen dan de rest van het land. Anton smeedde het ijzer toen het heet was. Hij schreef toenmalig minister van Sociale Zaken Drees een brief om hem op de hoogte te stellen van dit uitzonderlijke resultaat. En zou het geen idee zijn, opperde hij, om dit voor heel Nederland te doen? Philips wilde in dat geval best voor de röntgenapparaten zorgen…’

Wees inventief, pak je kansen

‘De Eerste Wereldoorlog was Philips goedgezind. Nederland was neutraal en die positie bood Philips uitdagingen die goed bleken uit te pakken. Zo waren er de glasballons van de gloeilampen. Tot aan het importverbod werden die betrokken van Duitse en Oostenrijkse bedrijven. Maar na het sluiten van de grenzen gaf dat een probleem: wat nu gedaan? De voorraden slonken razendsnel en zelfs glasstad Leerdam bood geen soelaas. Anton nam de beslissing om in Eindhoven heel snel een eigen glasfabriek te bouwen. Het zou de allereerste fabriek worden op wat nu Strijp-S heet. Het zilverzand om het glas te maken kwam uit Heerlen. De fabriek maakte Philips onafhankelijk van de glasimport.’

Kijk verder dan je neus lang is

‘Gerard was een zeer getalenteerde wetenschapper, die veel wist van wetenschapsdomeinen die komen kijken bij gloeilampproductie, zoals elektriciteitsleer en kennis van chemie en allerlei natuurkundige en fysische processen. Zijn kennis gaf toegang tot de ontwikkeling van andere producten, zoals elektronenbuizen, waarvan de techniek leek op die van gloeilampen. Het leidde in 1918 tot twee belangrijke nieuwe producten. Er was de röntgenbuis, het begin van Philips’ medische tak. En er was de radiolamp, bedoeld om radiosignalen te versterken. Die leidde de radio-industrie in. De uitvinding van de beeldbuis, ook een soort lamp, bracht Philips de tv-tak. Zo openden Anton en Gerard met de gloeilamp de deur naar een complete elektrotechnische industrie. Die zou de basis leggen voor de groei van Eindhoven en het ontstaan van High Tech Campus en Brainport.’

Zoeken
Druk op enter om te zoeken of ESC om te sluiten